Rekenspellen voor thuis
Rekenspelletjes groep 3 voor thuis via de website: http://wijzeroverdebasisschool.nl/, met tips voor betrokken ouders. Op deze website staat veel info en tips voor ouders!
De meeste van deze rekenspelletjes kun je te pas en te onpas thuis doen. Kinderen zullen niet zo snel het gevoel hebben dat ze aan het leren zijn of huiswerk doen, terwijl dit wel degelijk zo is! En het is nog leuk ook! Een win-winsituatie lijkt me. Bordspelletjes Bordspelletjes zoals ganzenbord en mens-erger-je-niet die gespeeld worden met twee dobbelstenen helpen om het getalbeeld bij kinderen in te prenten. Het getalbeeld is het beeld van een getal: hoe ziet een cijfer eruit? Welke waarde heeft een cijfer? Welke hoeveelheid hoort erbij? Het is belangrijk om te weten wat er bedoeld wordt met bijvoorbeeld de getallen 5 en 8 voordat je ermee kunt leren rekenen! Het tellen van de ogen op de dobbelstenen draagt bij aan het inprenten van getalbeelden. Sommen gooien Een ander leuk spelletjes met dobbelstenen is: sommen gooien. Gooi met twee dobbelstenen en tel de ogen van de ene dobbelsteen op bij de ogen van de andere dobbelsteen of haal ze van elkaar af. Je kunt de sommen ook opschrijven. Meten Meet regelmatig op hoe lang je kind is. Noteer dit aan de binnenkant van de deurpost of ergens anders. Je kind ziet dat hij/zij steeds langer wordt en maakt kennis met maten. Laat je kind ook regelmatig op de weegschaal staan en noteer het gewicht van je kind. Is hij/zij zwaarder of lichter dan eerst? Flitsende vingers Steek kort een paar vingers in de lucht en laat je kind raden hoeveel vingers je opstak. Doe dit een paar keer. Steek vervolgens kort bijvoorbeeld 3 vingers met je ene hand en daarna 2 vingers met je andere hand in de lucht. Hoeveel vingers stak je samen op? Je kunt je kind ook het getal 10 laten aanvullen: steek 6 vingers op. Hoeveel moet erbij om 10 te krijgen? Je kunt ook je kind vingers laten opsteken en zelf raden. ‘Darten’ Met dit Klittenband-werpspel kun je erbij en eraf sommen oefenen. Schrijf in ieder vak een getal (of plak een blaadje met een getal in ieder vak.). Je kunt kiezen voor de getallen 1 t/m 10 of voor hogere getallen. Dit is afhankelijk van het rekenniveau van je kind. De roos krijgt het getal 10 of 20. Degene die aan de beurt is gooit 3 of 6 klittenbandballetjes naar het bord. Tel de getallen op die gegooid zijn. De beurt is nu aan de ander. Degene met de hoogste punten heeft gewonnen. Je kunt ook een beetje de spelregels van het darten aanhouden: begin bijvoorbeeld met 20, gooi telkens één balletje en haal het getal dat gegooid is van 20 af. Wie het eerst bij 0 is heeft gewonnen. Getal van de dag Kies aan het begin van de dag een getal en probeer gedurende de dag het getal te ‘spotten’. Dit kan op weg naar school, van school naar huis, op weg naar het zwembad, in de supermarkt of een andere winkel, op de sportclub, in reclamefolders, enzovoort. (Veiligheid gaat natuurlijk altijd boven alles! Zoek alleen getallen als er geen auto’s, scooters dicht in de buurt rijden.) Je kunt bijvoorbeeld letten op getallen op nummerborden van auto’s, huisnummers, aanbiedingen in de winkel, enzovoort. Door een getal een tijdje veel aandacht te geven, krijgen kinderen meer grip op de betekenis van een getal, het getalbeeld en de getalstructuur. (Met getalstructuur wordt bedoeld hoe een getal is opgebouwd. Het getal 5 bestaat bijvoorbeeld uit 3 en 2. Getalstructuur is ook het herkennen van de hoeveelheid: vijf vingers aan een hand wordt gelijk herkent als 5, net zoals de vijf ogen van een dobbelsteen.) En dit is allemaal nodig om te kunnen rekenen! Rekenmemoryspel Maak samen met je kind een rekenmemoryspel! Maak steeds twee kaartjes, een paar, met dezelfde som. Schudt de kaartjes en leg ze met de som naar beneden in rijtjes die even groot zijn naast elkaar op de tafel. Nu draait één van jullie twee kaartjes om. Als de kaartjes hetzelfde zijn, heb je een paar en mag je ze pakken. Je mag dan nog twee kaartjes omdraaien. Als je niet dezelfde kaartjes hebt omgedraaid, gaat de beurt naar de andere speler. Wie de meeste paren heeft verzameld, heeft gewonnen. Je kunt het spel zo groot maken als je wilt. In plaats van paren van dezelfde sommen te maken, kun je ook op het ene kaartje de som zetten en op het andere kaartje de uitkomst. Dus bijvoorbeeld het kaartje met de som 8 + 8 hoort bij het kaartje met het antwoord 16. Met memory train je het geheugen en rekenmemory helpt bij het automatiseren! Toverstapels Toverstapels is een zelfcontrolerend kaartspel met 13 oefenkaarten. Op de ene kant van de kaart staat een som en op de andere kant van de kaart een uitkomst. Je legt de 13 kaarten met de uitkomsten naar boven op tafel en draait er eentje om. Je ziet nu een som, je rekent deze som uit en zoekt tussen de andere kaarten het juiste antwoord. Deze kaart draai je om, leg je op de kaart die je als eerste omdraaide en je ziet weer een som. Je rekent deze weer uit en zoekt het antwoord erbij, je draait deze kaart om, legt deze kaart weer op de stapel, enzovoort. Na het uitrekenen van de laatste som, draai je de hele stapel om. Nu zie je het antwoord van de laatste som! (Dit was de eerste kaart die je omdraaide!) Met dit spel oefen je het automatiseren. Hier kun je een film van het spel bekijken: https://www.youtube.com/watch?v=hXWUp-FY50o Sommen zoeken Schrijf op een vel papier allemaal getallen. De getallen mogen meerdere keren gebruikt worden. Kopieer dit vel (of maak meer van dezelfde vellen). Iedere speler krijgt een vel met getallen. Gooi met een dobbelsteen. Wie het hoogst gegooid heeft, mag een getal noemen. Dit getal schrijft iedereen bovenaan het vel. Nu krijgt iedereen vijf minuten (of tien of hoelang je maar wilt) om sommen (erbij of eraf) op zijn vel te zoeken waarvan de uitkomst het getal is dat bovenaan het vel staat. Verbindt de twee getallen met elkaar door een lijn. Deze getallen mogen niet meer gebruikt worden. Wie de meeste sommen heeft gevonden, heeft gewonnen. Boodschappen doen Dit vinden de meeste volwassenen geen spelletje , maar kinderen vinden het leuk om je te helpen! Het geeft ze het gevoel dat ze al ‘groot’ zijn en dit is goed voor hun zelfvertrouwen. Op de groenteafdeling kan je kind je mooi helpen met het tellen van de appels. (Als er vier in het zakje zitten, kun je er nog twee bij doen. Hoeveel appels hebben we nu?) Dit kan ook met de grapefruits, kiwi’s en al het andere ‘losse’ fruit. En ook met de witlof en de winterpeen. Ook al is dit geen echt spelletje, het laat je wel zien hoe je op een makkelijke manier ongemerkt allerlei sommen met je kind kunt oefenen, |